overzicht | 1 | 2| 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14

VIERDE STATIE. Jezus ontmoet zijn moeder

O moeders die uw eerste en enige kind hebt zien sterven,
Gedenk die laatste nacht bij het treurig wezentje,
Het water dat men tracht te doen drinken, het ijs, de koorts,
En de dood die stil nadert en men niet meer kan ontkennen.
Doe hem schone kleren aan, zijn schoentjes en nieuw linnen.
Iemand komt die me m’n kind zal afnemen en
onder de aarde stoppen.
Vaarwel, mijn lief kindeke! Vaarwel, mijn vlees en bloed!
De vierde statie is Maria die alles heeft aanvaard.
Ze staat op de hoek van de straat en wacht op haar Zoon.
Haar ogen zijn zonder tranen, haar mond is droog.
Zij spreekt geen woord en kijkt Jezus aan die nadert.
Ze aanvaardt. Nogmaals aanvaardt zij.
De kreet van pijn bedwingt zij diep in haar sterke hart.
Zij zwijgt en kijkt Jezus Christus aan.
De moeder beziet haar Zoon, de Kerk haar Verlosser,
in een schicht ijlt haar ziel naar hem
Zoals de schreeuw van de stervende soldaat.
Zij stelt zich voor God en biedt hem haar ziel te lezen.
Er is niets in haar doorboorde hart dat weigert of wankelt,
niet één vezel die niet aanvaardt of instemt.
Zij berust en kijkt op naar de Vrucht van haar Schoot.
Voor wie zwijgt is leven, voor wie spreekt de dood.