Statie 13
overzicht | 1 | 2| 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
Jezus wordt van het kruis gehaald
Hier eindigt het Lijden en begint het Medelijden.
Christus is niet meer gekruisigd, hij is bij Maria die hem ontving:
Als beloofde aanvaardde ze hem, als dode krijgt ze hem.
Christus, die voor de ogen van allen heeft geleden,
is naar de Moederschoot teruggekeerd.
Voor altijd houdt de Kerk haar geliefde in de armen en koestert hem.
Wat van God is, wat van de Moeder is, en wat de mens gedaan heeft,
dat alles bergt zij voor eeuwig onder haar mantel.
Zij heeft hem genomen, zij ziet, zij voelt, zij bidt,
zij weent en bewondert.
Zij is de lijkwade en de balsem, het graf en de myrrhe,
zij is de priester en het altaar, de urne en ’t Cenakel.
Hier eindigt het Kruis en begint het Tabernakel.